Ode aan de Jansbeek
Met water ben ik opgegroeid. Merkwaardig voor een Gelders kind, maar toch. In Velp waar mijn ouders en ik woonden ging ik, als het maar even kon, naar de vijver vlak bij ons huis. Fascinerend vond ik stromend water, het is niet te pakken, het stroomt tussen je vingers door.
Na de verhuizing in 1936 naar Arnhem kwamen we nabij een bos te wonen, Ik wilde toen weten hoe de omgeving is en is er ook water? En ja hoor, er is een diepe kuil in Zijpendaal waar je het water uit de grond ziet komen. Dat water wordt dus een beekje, vult een tweetal vijvers en stroomt verder.
De Parkweg schijnt dat tegen te houden maar dat is bedrog, het stroomt er onderdoor en vrij fel via een kleine waterval naar park Sonsbeek, waar een joekel van een vijver te zien is. Even verderop is een bijzondere waterval. Ongelooflijk, je kan er over heen lopen en ook nog onderdoor zonder nat te worden; je kunt er zelfs zitten: de Grote Waterval. Dat zie je toch nergens. Maar we zijn er nog niet.
Via een aantal kleine plassen stroomt het water in een kanaaltje waar vroeger kinderen hun al dan niet zelfgemaakte bootjes lieten varen. Bij dat water was vroeger een forellenkwekerij, nu het Watermuseum. Het beekwater dendert over een watermolen naar beneden. Wat zie je dan? Het houdt niet op. Een breed water waar aan weerszijden koeien rondlopen, nota bene op 300 meter van een centraal station, midden in een grote stad. Daar ontmoet deze Jansbeek weer een waterval en dan verdwijnt het in een groot gat, onder het spoorwegtalud. Weg beek.
Hoe oud ik was weet ik niet meer exact, maar het was wel voor de oorlog. Want ik fietste langs Royal en Willemskazerne door de Velperpoortslangstraat. Toevallig zag ik achter een fietsenstalling in die straat weer het water van de Jansbeek stromen om te verdwijnen op weg naar de vijver voor de schouwburg. Dat laatste wist ik natuurlijk niet.
De Vereniging Stadsschoon heeft bijna twintig jaar geleden een projectgroep aan het werk gezet om de ontsierende plekken in de stad te beschrijven. Dat waren er nogal veel. In april 1999 bij de laatste controle van de tekst heb ik de vraag gesteld: Wat doen we met de Jansbeek?
Een discussie volgde, resulterend in de woorden: de Sint Jansbeek weer bovengronds halen, zichtbaar maken. Daar was een ieder het over eens. Dat heeft direct een relatie met het verbeteren van het beeld van de binnenstad. Enige gedachten over mogelijke routes die de beek zou kunnen volgen, werden toegevoegd.
Het idee sloeg aan, voorstellen werden gedaan, zelfs in samenhang met een haven die ter discussie stond. Maar ja die haven was een luchtkasteel. Enorme discussies ontstonden, de Jansbeek werd erbij gehaald, moest ineens naar een haven stromen.
Acties werden gevoerd. Wat kunnen we doen met de binnenstad? Tekeningen van plannen werden in Musis tentoongesteld. Rudolf Das, oud Arnhemmer tekende futuristische mogelijkheden. Het havenplan verdween in de prullenbak.
Tijdens discussies over de beek ontmoette ik Johan Wolthuis. We zaten met onze gedachten vrijwel op een lijn: het doel sprak en spreekt hem nog zeer aan. Om enkele praktische redenen is toen de Stichting Jansbeek boven Water in 2005 opgericht. Deze samenwerking in het bestuur heb ik dankbaar aanvaard.
Toen werd het even stil rond de plannen betreffende de Jansbeek. In september 2008 na een onderzoek stemde de raad in met het terugbrengen van de Sint Jansbeek en stelde een voorkeurs tracé vast. Helaas ontbraken de financiële middelen om aan de slag te gaan.
Dat de beek een andere route volgt dan in de Middeleeuwen kunnen we accepteren. Die soepelheid hebben we van onze voorvaderen. Die hebben immers in de middeleeuwen de Rijn ook probleemloos verlegd. De historie herhaalt zich.
In 2011 heeft de gemeente Buro Poelmans Reesink opdracht gegeven met verdere uitwerkingen te komen. Ze hebben een mooi Profielenboek gemaakt.
Op straat, de markt of elders werd mij vaak gevraagd: gaat het nog door met de Jansbeek? Het idee van de beek zichtbaar in de stad leeft bij de burgers, heeft nauwelijks kritiek gehad. En nu ligt de beek hier in alle glorie.
De rol van de Stichting Jansbeek boven Water zit er nog niet op, we blijven actief. Drie jaar geleden is Edwin Kemers bestuurslid geworden om zich in te zetten dat de tweede fase vanaf het Gele Rijdersplein via de Bovenbeekstraat spoedig zal gaan volgen om de Sint Jansbeek helemaal compleet te maken.
Hieraan verder niets meer toevoegend stel ik voor, namens alle Arnhemmers die de stad liefhebben, het water van de beek nu de vrijheid te geven te stromen door een bedding speciaal voor de Jansbeek aangelegd.
Stichting Jansbeek boven Water
Folkert Rotshuizen