Categorie: Nominaties 2021 – 2022

Interconfessionele Daltonschool Confetti

Interconfessionele Daltonschool Confetti

  • locatie: Vederwolk 17 (Schuytgraaf, Buurt aan de Weide) Arnhem
  • opdrachtgever: Stichting Flores Onderwijs
  • architect: Thomas Architecten (diverse medewerkers), ‘s Hertogenbosch
  • ontwerp: 2019
  • oplevering: 2021

Omschrijving Daltonschool Confetti

Confetti is een Daltonschool in Arnhem Zuid. De school was eerder gehuisvest in het Multi Functioneel Centrum De Omnibus in Schuytgraaf, maar kreeg behoefte aan een eigen schoolgebouw dat beter zou aansluiten bij het leerplan en de ideeën van het Daltononderwijs. Het Daltononderwijs kenmerkt zich door een grote mate van vrijheid voor de leerling binnen de gestelde wettelijke normen. Een menging van klassikaal onderwijs en zelf aan het werk in eigen tempo. De inrichting van de Daltonschool Confetti is hierop aangepast. Drie tot vier lokalen zijn aan leerpleinen gekoppeld zodat er makkelijk individueel, in de groep en zelfs groep overstijgend gewerkt kan worden. Ieder kind kan op deze manier op zijn of haar eigen niveau instructie krijgen, een ander helpen of geheel zelfstandig werken. Leerlingen zijn niet gebonden aan één leerplein. Ze kunnen op andere plakken in het gebouw aan de gang. Aan de relatie tussen leerpleinen en lokalen is veel aandacht besteedt. De inrichting is warm en intiem met veel gebruik van hout. 

Het gebouw van Confetti is gevestigd in Buurt aan de Weide. Buurt aan de Weide heeft een dorps karakter. Kenmerken zijn een losse verkaveling veel informeel groen, boomgroepen en slootjes. Het dorpse karakter van de wijk komt door de gekozen opzet terug in het gebouw. In het interieur is een duidelijk herkenbaar element ingebracht: de toren. De toren vormt de kern van het gebouw Alle leerpleinen zijn aan deze toren gesitueerd en vormen samen voor ontmoeting, als op een dorpsplein pof brink. Ook het schoolplein sluit aan op het dorpse karakter van de omgeving met veel groen en ruimte voor spelen, ontdekken en ontmoeten.

De school voldoet aan de BENG-eisen (BENG: Bijna EnergieNeutraal Gebouw) en heeft een EPC (EPC: EnergiePrestatie Coëfficiënt) van 0,16 en voldoet aan de richtlijnen voor Frisse scholen klasse B (Goed). Het is bereikt zonder al teveel techniek. De compacte opzet en goede isolatie van de buitenmuren zorgen dat maar weinig warmte weglekt. Naast tegengaan van warmteverlies wordt er ook energie opgewekt door zonnepanelen en wordt warmte teruggewonnen door een WTW-installatie. Tenslotte is het gebouw voorzien van vraag gestuurde ventilatie en daglichtafhankelijke LED-verlichting waardoor het zeer efficiënt met energie omgaat.

Waardering Daltonschool Confetti

Stadsschoon waardeert het schoolgebouw Confetti vanwege zijn bescheiden architectuur waardoor het zich niet onderscheidt van zijn directe omgeving maar daar juist één geheel mee vormt. Verder waarderen we de opzet van het gebouw die de specifieke eisen van het Daltononderwijs weet te huisvesten. Dit is mede bereikt door de -in deze tijd-  helaas ongewone opdracht aan de architect die zowel het ontwerp voor het gebouw, het interieur als het plein omvatte. Tenslotte waarderen we het verantwoordelijkheidsgevoel voor het milieu bij de opdrachtgevers door bijna compromisloos te kiezen voor een zeer energiezuinig gebouw.

Het Huybert van Olden hofje

Het Huybert van Olden hofje

  • locatie: Schuytgraaf
  • opdrachtgever: Stichting Huybert Van Olden en Skope Vastgoed
  • architect: Thomas Architecten ’s Hertogenbosch (Sanne Kee)
  • ontwerp: 2021
  • oplevering: 2022

Omschrijving Het Huybert van Olden hofje

In vergelijking met steden als Haarlem, Leiden of Groningen is Arnhem niet rijkelijk bedeeld met hofjes. Eigenlijk is het Luthers hofje aan de Hommelseweg het enige Arnhemse hofje dat voldoet aan de definitie: een wooncomplex geschonken door filantropen dat wordt gekenmerkt door een gemeenschappelijke tuin (het hof) van waaruit de woningen die rondom het hof staan worden ontsloten. Het Luthers hofje werd opgericht vanuit het kerkgenootschap en gefinancierd door enkele gefortuneerde leden. Het was bestemd voor armlastige weduwen van de leden van de kerk.

Sinds kort is er een tweede hofje toegevoegd aan het Arnhems woningbestand. Niet alleen voldoet de uiterlijke verschijningsvorm aan de eisen, maar zelfs is het aan de stad geschonken door een filantroop: Huybert van Olden. Wie is of beter wie was Huybert van Olden (1691-1774). Huybert van Olden was een gefortuneerd brouwer en boekhouder die besloot zijn vermogen in te zetten voor de bouw van een oudemannenhuis. Hij kocht daarvoor grond aan in het landelijk gebied rond Driel. Tot realisatie kwam het niet. Met de bouw van de wijk Schuytgraaf werd zijn droom meer dan twee eeuwen later werkelijkheid.

Het hofje telt 16 woningen, is gebouwd als een carré rond een gemeenschappelijke tuin en heeft zelfs een poort boven een regentenkamer. De regentenkamer bevat het archief van de Stichting, maar kan ook worden gebruikt door de bewoners als logeerruimte en voor feesten.

Het beeldkwaliteitplan voor dit deel van de wijk schrijft een industriële architectuur voor die doet denken aan de historische bedrijventerreinen rond spoorwegen; robuuste baksteenarchitectuur, stalen ramen, sheddaken en ga zo maar door. De zeer betrokken nazaten van Huybert, de broers Huib en Rudolf van Olden wilden graag een echt zeventiende-eeuws hofje met alle bijhorende stijlkenmerken. De architect die moest laveren tussen de wensen van de gemeente en de opdrachtgever, heeft een diepgravende studie verricht naar hofjes, hun stedenbouwkundige setting, verschijningsvorm en passende detaillering. De architectuur van het hofje past daarom goed in de omgeving, maar is op punten wat rijker met toepassing van sierstenen bij de ramen en deuren, het maken van een plint en afwijkend siermetselwerk voor de kroonlijst onder de goot. Bijzonder is dat de architecten de begane grondverdieping hoger dan vereist hebben ontworpen, zodat boven de voordeuren bovenramen konden worden aangebracht, kenmerkend voor de huizenbouw uit de tijd van Huybert. De woningen zijn bijna direct na bekendmaking van het initiatief volledig verhuurd.

Waardering Het Huybert van Olden hofje

Stadsschoon heeft grote waardering voor het initiatief. Het gaat dan met name om de realisatie van een eeuwenoude woonvorm. Stadsschoon verbaast zich erover dat hofjes in onze tijd nog maar zelden gebouwd worden terwijl zij een antwoord kunnen zijn op veel hedendaagse problemen. Hofjes zijn van nature een soort zorg-voor-elkaar woonconcept. In tijden van tekorten in de zorg waarbij mensen wordt gevraagd zolang mogelijk thuis te blijven wonen en waarbij professionele zorg pas in uiterste nood wordt geïndiceerd, kunnen hofjes enorm helpen. Hofjes zijn van nature geschikt als ‘zorg-voor-elkaarconcept’. Hofjes kunnen daarnaast ook een antwoord vormen bij verdichtingsvraagstukken in stedelijke omgevingen. Het gaat om woningen met een bescheiden oppervlak die gebruik maken van een aantal collectieve voorzieningen. Ze zijn daardoor eenvoudig inpasbaar, ook in moeilijke binnenstedelijke locaties. Extra voordeel is dat alle stedelijke voorzieningen in de directe omgeving te vinden zijn. Nog een voordeel: hofjes zijn doorgaans overdag opengesteld en vormen voor bewoners en bezoekers een oase van rust in de drukte van de stad; tegelijkertijd zijn ze veilig omdat ’s avonds de poort dicht gaat en de woningen alleen te bereiken zijn met cijfercode.

Het Huybert van Olden hofje richt zich op het vitale, oudere huishouden van 55 jaar of ouder. Twee woningen zijn te beschouwen als levensloopbestendig met een volledige woonplattegrond op de begane grond. De andere hebben slaapkamers op de verdieping. Wij zien dat niet direct als een kritiekpunt. Ouderen blijven doorgaans langer vitaal dan vroeger, en wanneer de nood aan de man komt is een traplift uiteraard een optie om de verdieping bereikbaar te houden. Stadsschoon is vooral gecharmeerd van het initiatief vanwege het grote maatschappelijk belang van de hofbouw in onze tijd waarbij veel vraag is naar passende ouderenhuisvesting. Hoewel Stadsschoon niet direct een aanhanger is van historiserende architectuur, heeft zij waardering voor de gekozen verschijningsvorm die tegelijkertijd past bij de opgave en past binnen de richtlijnen van het beeldkwaliteitplan dat is opgesteld voor deze woonbuurt.

Eilandwonen in de Schuytgraaf

Eilandwonen in de Schuytgraaf

  • locatie: Schuytgraaf
  • opdrachtgever: Heijligers Projectontwikkeling BV
  • architect: MIX Architectuur BV Ede (Reinier Ubels)  
  • ontwerp: 2016
  • oplevering: vanaf 2019

Omschrijving Eilandwonen in de Schuytgraaf

Het plan voor Schuytgraaf zoals dat ooit door KCAP (Kees Christiaanse Architects and Planners) werd ontworpen, voorzag in rode, oranje en gele velden ieder met een eigen signatuur. De kleur van de velden bepaalde de dichtheid, de signatuur de verschijningsvorm zoals Amerikaanse wijk, Vestingstad, Scandinavisch, etc. . De rode buurten met hoge dichtheid liggen alle bij het centrum en het station, maar de oranje met een gemiddelde dichtheid en de gele velden met een lage dichtheid zijn min of meer willekeurig verdeeld over de rest van de het wijk. Veld 17 in het zuidwesten en gelegen tegenover een zandwinplas, had een oranje kleur. In de bouwcrisis van 2007-2015 ging de GEM (Gemeenschappelijke Exploitatie Maatschappij) technisch gezien failliet en werd het plan door de gemeente Arnhem overgenomen. Het vormde de aanleiding om het plan voor veld 17 dat al deels was uitgevoerd te herzien. De uiterst westelijke strook veranderde in een tweetal eilanden en een schiereiland. Het Noordereiland met een lage dichtheid werd bestemd voor eigenbouw. Het Zuidereiland, bedoeld voor projectontwikkeling kreeg een hogere dichtheid. Op het nog zuidelijker gelegen schiereilandje verrees een restaurant. Het Zuidereiland werd in ontwikkeling gegeven aan Heijligers Projectontwikkeling die de naam Zuydereiland introduceerde. Deze schakelde MIX-architectuur in uit Ede. Een bureau dat geheel rondom architect Reinier Ubels, de oprichter en centrale figuur, is heen gebouwd. Reinier Ubels heeft een zeer herkenbaar oeuvre dat als eigentijds en robuust mag worden gekenmerkt.

Voor het Zuydereiland ontwierp Ubels negentien flexibele woningen die de bewoners/kopers naar eigen inzicht konden inrichten en zelfs vergroten met een extra woonlaag. Om de toekomstige bewoners te helpen bij het mee ontwerpen van hun woning werd 3D virtual reality ingezet. De woningen zijn in een tweetal stroken gebouwd en grenzen alle aan het water. Ze hebben geen tuin, maar een vlonder omgeven door riet. De kubusvormige woningen ontworpen vanuit twee standaardtypen zijn alle twee tot drie lagen hoog. Bij het bekijken van deze woningen komt een oud architectonisch begrip naar boven: eenheid in verscheidenheid. Geen woning is gelijk, maar door de robuuste hoofdvorm, detaillering en materiaalgebruik horen ze duidelijk bij elkaar. 

Waardering Eilandwonen in de Schuytgraaf

Wij waarderen de woningen op het Zuydereiland met name door het warme en goed gekozen materiaalgebruik, de optimale benutting van de unieke locatie en de afgewogen architectuur die zo stevig in elkaar zit dat het moeiteloos de eigen inbreng van de eerste kopers in het ontwerp kon verwerken.

Buitenplaats Koningsweg KKN1, 2 en 3

Buitenplaats Koningsweg KKN1, 2 en 3

  • locatie: Koningsweg Arnhem Noord
  • opdrachtgever: Kondor Wessels Projecten
  • architect: MVRDV (Fokke Moerel, Arjen Ketting, Rico van de Gvel, Michel Bala)
  • landschapsontwerp: Buro Harro met MVRDV
  • ontwerp: vanaf 2019
  • oplevering: 2022

Omschrijving Buitenplaats Koningsweg

In de Tweede wereldoorlog was Deelen misschien wel het belangrijkste militaire vliegveld van Nederland. De Duitse bezetter bouwde het vooroorlogse sportvliegveld om tot een volwaardig vliegveld met drie startbanen in verschillende windrichtingen. Deelen diende ter verdediging van het Duitse rijk tegen de nachtelijke, geallieerde bombardementen. Nachtjagers werden van hieruit de lucht in gestuurd om de bommenwerpers aan te vallen. Rolbanen rond de startbanen dienden om de vliegtuigen vanuit hun schuilplaatsen naar de startbanen te brengen en voor de bevoorrading van de nachtjagers met munitie en brandstof. In de op schuren lijkende gepantserde hangars verspreid over het terrein, werden vliegtuigen onderhouden en hersteld. De Duitsers bouwden zelfs twee als dorpen uitziende kazernecomplexen: Klein en Groot Heidekamp. Hier leefden de piloten en het vliegveldpersoneel in op boerderijen lijkende bunkers. Op Terlet stond op het hoogste punt van de omgeving het radarpeilstation Theerose 1 die verbinding had met de enorme bunker Diogones aan de Koningsweg van waaruit de Duitsers de luchtverdediging van Noordwest-Europa coördineerden.

Gedurende de Koude Oorlog bouwde de Luchtmacht die Deelen na de oorlog had overgenomen het vliegveld verder uit. Na de val van de muur werd op het defensiebudget bezuinigd. Deelen was een van de eerste militaire bases die werden ontmanteld. Maar bunkers breek je niet zomaar af. Bijna alles staat er nog en inmiddels is het hele complex historisch zo belangwekkend dat het op de Monumentenlijst staat. Het stond jarenlang te koop. De plaatsing op de Monumentenlijst is voor een belangrijk deel te danken aan de inzet van de kunstenaar en publicist Hans Jungerius die voortdurend heeft gewezen op het grote belang van behoud van Deelen.

Kondor wessels heeft het aangedurfd om delen van Deelen te ontwikkelen tot een uitzonderlijke woonlocatie. Wonen op Deelen is niet een vanzelfsprekendheid. Alle voorzieningen zijn ver weg en een bunker veranderen in een woning valt echt niet mee. Het complex kreeg daarom een bijzondere woonfunctie als creatieve broedplaats, een woonplek voor ondernemers in kunst en cultuur waarvan werd verwacht dat zij de bijzondere woonomgeving op waarde zouden weten te schatten, dat ze zouden weten te improviseren bij de omzetting van bunker naar woning en dat ze zouden kunnen omgaan met het ontbreken van alle basisvoorzieningen maar als tegenhanger juist de rust en afzondering zouden weten te waarderen. En zo is gebeurd. De bunkers werden omgezet naar woningen, kazernegebouwen veranderen in rijenhuizen en op het terrein verschenen en verschijnen nog steeds zeer bijzondere tiny houses, follies, die voor een vakantie kunnen worden afgehuurd.

Tenslotte is er een bescheiden aantal nieuwbouwwoningen gebouwd. Doelgroep was creatieve ondernemers voor wie het zelf onder handen nemen van een van de bunkers geen optie was. Deze nieuwbouwwoningen vernoemd naar de oorspronkelijke manschappenverblijven KKN 1, 2 en 3 zijn gebouwd in drie blokken van elk zeven woningen. Zij nemen het volume over van enkele oorspronkelijke  manschappenverblijven die in de directe omgeving zijn blijven staan. KKN 1, 2, 3 hebben een moderne, bijna abstracte gevel van leien, onderbroken door ogenschijnlijk willekeurig geplaatste ramen, deuren en zonnecellen. Auto’s, fietsen en bergingen staan in de ondergrondse garage. De woningen hebben geen tuin, meer een plaatsje om buiten te kunnen zitten. De omliggende natuur is de tuin, waardoor de woningen, mede door de genuanceerd grijze gevelbekleding en het feit dat auto’s, bergingen etc. het beeld niet vertroebelen, direct versmelten met de bosrijke omgeving. 


Waardering Buitenplaats Koningsweg

Stadsschoon waardeert het initiatief om Deelen te bestemmen als creatieve kolonie. Eigenlijk kent het project vele vaders. Als eerste mag worden genoemd Hans Jungerius die onvermoeibaar bleef hameren op het belang van behoud van het vliegveld met zijn bijzondere bebouwing, ten tweede ontwikkelaar Kondor Wessels die het risico  heeft genomen voor de ontwikkeling van dit deel van het voormalig vliegveld, ten derde Buro Harro en MVRDV die strikte regels opstelden voor de herontwikkeling, waardoor dit deel van Deelen zijn karakter heeft weten te behouden, en tenslotte de architecten van MVRDV die op een wonderlijke wijze hebben gezorgd voor een architectuur die contrasteert en tegelijkertijd zich moeiteloos inpast in de natuurlijke omgeving. 

Arnhemse Heeren

Arnhemse Heeren

  • locatie: Amsterdamseweg
  • opdrachtgever: Vof De Arnhemse Heeren (BPD, Kondor Wessels Porijecten)
  • architect: Van Weusten Liedenbaum Architecten (Jasper van Dijke)
  • ontwerp: 2019
  • oplevering: 2021-2022

Omschrijving Arnhemse Heeren

Op de locatie Arnhemse Heeren was ooit de poetsdoekenmaatschappij Neproma gevestigd. Het bedrijf was gevestigd op een voormalig landgoed dat in de jaren zeventig-tachtig van de negentiende eeuw werd verkocht aan een ontwikkelingsmaatschappij. Het huis bleef staan en werd Neproma. Tot ver in de twintigste eeuw heeft het bedrijf daar gefunctioneerd tussen de Fordgarage van Rosier en Meijer en de woningen aan de Amsterdamseweg. Het pand werd na de verhuizing aangekocht door een ontwikkelingsmaatschappij. Na sloop werd duidelijk dat de bodem tot grote diepte vervuild was met tri en per, ontvettings- en reinigingsmiddelen waarmee de lompen geschikt werden gemaakt om te worden verwerkt tot poetsdoek. Na lang gesteggel tussen gemeente, ontwikkelaar en provincie over de manier en kosten van de sanering, werd eind jaren tachtig begonnen met de sanering.

De slooplocatie was aanleiding voor de Dienst Stedebouw Arnhem om een notitie te maken. Stationsgebieden werden ineens zorg van NS in het kader van Spoorslag 75. Verloederde stationsomgevingen stootten de reizigers af zo was het idee, terwijl de positie bij stations juist geschikt was voor hoogwaardige werkgelegenheid. Steden maakten daarom allerlei plannen om hun  stationsgebieden te verbeteren. De notitie van DSA streefde naar een tweede noordelijke uitgang in het verlengde van de voetgangerstunnel onder de sporen, uitkomend op het Nepromaterrein met kantoorbebouwing er omheen. Belangrijkste idee was wel de verlegging van het stadverlatende verkeer van de Sweerts de Landasstraat naar de Amsterdamseweg. Uiteindelijk heeft de notitie geleid tot de Stationsplannen zoals we die nu kennen. Het terrein van de voormalige Neproma bleef echter lange
tijd onbebouwd, de bodemsanering zou nog jaren duren tot ver in onze eeuw. Tot voor kort. Als laatste kavel aan de noordzijde werd het bestemd voor woningbouw. Naar de kantoren die eerst waren voorzien was in het midden van de geldcrisis geen vraag meer, terwijl de verruiming in de Wet Geluidhinder maakte dat woningbouw alsnog mogelijk bleek.

Op het moeizaam begrensde restlapje grond werd door een gelegenheidscombinatie van ontwikkelaars een reeks typische stadswoningen in de markt gezet. Zij bieden de bewoners de mogelijkheid om te wonen in ruime herenhuizen waarin voldoende ruimte is om thuis te werken. De positie bij het station geeft de bewoner de mogelijkheid in ‘no time’ de trein te pakken naar de werkplek elders in het land, naar klanten te reizen of gewoon de trein te pakken naar andere steden voor toeristische en culturele doelen. Andersom biedt de stationslocatie de mogelijkheid eenvoudig klanten te ontvangen.

De vier tot soms vijf verdiepingen tellende woningen bieden uitzicht op de fraaie en tegelijkertijd dynamische omgeving zoals de Witte Villa in Sonsbeek, Arnhem Centraal, de Eusebiuskerktoren, etc. Het concept is gebaseerd op het splitlevelprincipe waardoor binnen de woningen leefruimten met een hoogte van vier meter worden geboden. De entrees aan de Amsterdamseweg bevinden zich op een hoger niveau dan de toegangen aan de achterzijde. De woningen hebben geen eigen tuin, maar een verhoogd terras dat uitkijkt op een gezamenlijke binnentuin.

Waardering Arnhemse Heeren

De woningen verdienen de waardering van Stadsschoon omdat ze een eigentijdse interpretatie vormen van het klassieke herenhuis zoals dat in de negentiende eeuw langs de belangrijkste wegen door en voor particulieren werd gebouwd. Vaak met een kantoor of bedrijf aan huis. De extra hoge verdieping aan straat was een van de veel gebruikte gevelschema’s die de woningen een bijzonder cachet gaven. De collectieve tuin is een goede vondst. Het voorkomt dat het binnenterrein dichtslibt en daardoor aan natuurwaarde zou inboeten. Het doet denken aan de collectieve tuinen in het Spijkerkwartier die een oase van rust zijn in een drukke stadswijk en die aanleiding vormen voor ‘naboarschap’, ontmoeting en gezelligheid.